De Brabantse Sahara
Hoe de wind het landschap vormt…
Nederland heeft geen vulkanen, je ziet er niet het Noorderlicht en er zijn ook geen metershoge watervallen. Maar wie denkt dat een reisfotograaf niets in Nederland te zoeken heeft, die heeft het mis. Ook ons kikkerlandje kent unieke natuur, zoals bij de Loonse en Drunense Duinen. Dit nationaal park staat ook wel bekend als de Brabantse Sahara.
Sinds ik hier een storm meemaakte, fascineert de dynamiek van deze plaats me enorm. De wind vormt het landschap; het geeft prachtige patronen in het zand, maakt metershoge duinen en laat bomen daar langzaamaan in verdwijnen. Toch er is wel menselijk ingrijpen nodig, want anders groeit het gebied langzaam dicht en verdwijnt de zandvlakte. Daarom zijn er delen van het omliggende bos gekapt en graast er een kudde schapen op de heide. Als ik dit gebied op een vroeg ochtend (of tijdens een storm) bezoek, dan ben ik echt alleen in de natuur. Het geeft me een gevoel van intens geluk. En het is bijna niet te geloven deze bijzondere plek zó dicht bij huis te vinden is.
In 2016 won ik de beurs van de Marius van der Sandt Academy. De beurs wordt ieder jaar uitgereikt aan drie ‘jonge talentvolle natuurfotograferen’. Onder begeleiding van een aantal van Nederlands beste natuurfotografen werkte ik bijna een jaar lang aan een zelfgekozen project. Voor mij werd dat de Loonse en Drunense Duinen.Op deze pagina meer beelden en mijn volledige verhaal. Een aantal foto’s zijn in september 2017 ook gepubliceerd in National Geographic.

Dit is het eerste stuk zand als je de Loonse en Drunense Duinen betreedt via Bosch en Duin. De grote boomstronk op de voorgrond biedt een zitplek voor veel wandelaars.

De Pagode van de Efteling steekt boven de boomtoppen uit. Enkele jaren geleden stond hiervoor nog een bos. De bomen zijn (vrijwel) allemaal gekapt als onderdeel van het stuifzandherstelplan. De wind krijgt weer vrij spel om het zand verderop te laten stuiven, zoals je ziet bij de foto hieronder.

Door het bewegende zand zijn veel bomen ingestuifd. Het is begonnen met een klein heuveltje dat uitgroeide tot een duin van enkele meters hoog. Op de top van de duin sta je dan naast de kruin van de boom. Deze foto is gemaakt de dag na een flinke storm. Een nieuwe laag zand bedekt de gevallen bladeren op de grond.
Het duurt niet lang of de onderste takken van de boom in het midden verdwijnen ook in het zand.

Bos, heide en zand wisselen elkaar af in het gebied. Nu wordt er een kudde Kempische Heideschapen ingezet om de heide om te houden en dichtgroei te voorkomen. Op de fot hieronder rent de kudde schapen een metershoge duin af, achter de schaapsherder aan.

Dreigende lucht boven het zand en de duinen. De wind blaast de sprieten van het pijpenstrooitje opzij. Aan het zand is te zien dat het kort hiervoor heeft geregend. Binnen een kwartier is het zand weer droog genoeg dat de wind er mee aan de haal kan gaan.


Zandribbels door de wind, voetstappen van wandelaars en bijzondere patronen door insecten. De duinen zien er geen dag precies hetzelfde uit.


Zonsopkomst met een mistlaagje boven de heide. Verderop zie je zowel links als rechts nog kleine zandtoppen.


Door de sneeuw verandert de Brabantse sahara in februari kort in een winterwonderland.
MIJN VERHAAL
9 mei 2017. De wekker gaat om kwart voor vijf. Ik heb geen tijd om te snoozen en stap direct uit bed om me aan te kleden. Eerst thermisch ondergoed, dan mijn spijkerbroek en een trui. Ik zet een kop thee, pak mijn cameratas en stap in de auto. Buiten is het nog donker, de thermometer in de auto zegt dat het 2 graden boven nu is. Rond half zes parkeer ik mijn auto bij Bosch en Duin. Dat er nog geen andere auto’s staan is geen verrassing, ik ben alleen.
Het is vanaf de parkeerplaats zo’n driehonderd meter lopen naar de zandvlakte. Vandaag loop ik niet de kortste route door het bos, maar besluit ik het geasfalteerde pad naar het uitzichtpunt te nemen. Eerst kronkelend langs de bomen en dan eventjes stijl omhoog. Door de begroeiing verschijnt het uitzicht pas de laatste paar passen en dat vergroot het verrassingseffect. Drie-twee-een.. tadaaa. Voor me strekt de grote zandvlakte van de Loonse en Drunense Duinen. Sinds 2002 een nationaal park en ook wel de Brabantse Sahara genoemd. Hoewel ik het uitzicht al zo vaak heb gezien, toch blijft het even geweldig als die eerste keer dat ik hier stond, jaren geleden.
De zon is nog niet op, maar het duurt niet lang meer. Boven de heide hangt een dun mistlaagje. Vogeltjes fluiten en terwijl ik het zand op stap, zie ik de wasem van mijn eigen adem. Niet veel later zet ik mijn statief neer en camera erop. De eerste zonnestralen pieken boven de duintoppen uit. Ik fotografeer. WAUW. Het is zo mooi en magisch, dat het haast niet te beschrijven is. In mijn eentje, midden in de natuur. Al mijn zintuigen doen mee. Ik voel intens geluk dat ik hier mag staan. Als reisfotograaf heb ik vele prachtige plekken op de wereld gezien, maar dat je niet ver weg hoeft te gaan voor de mooiste natuur (of de mooiste foto’s) dat hebben de Loonse en Drunense Duinen mij het afgelopen jaar keer op keer bewezen.
De Loonse en Drunense Duinen is een gebied van vijfendertig vierkante kilometer dat grofweg binnen de driehoek van Tilburg, Waalwijk en Vught ligt. Aan de westkant van het gebied vind je attractiepark de Efteling in Kaatsheuvel. Het nationale park bestaat uit bos en heide, maar kenmerkend is de grote zandvlakte met ‘levend stuifzand’. Deze zandvlakte is de afgelopen eeuwen zowel gegroeid in grootte, als geslonken. In de middeleeuwen zorgde het kappen van bomen en een intensieve begrazing ervoor dat de wind het zand verplaatste en het zandgebied uitbreidde. Later groeide het landschap juist weer dicht met heide; van de 80.000 hectare zand zo’n honderdvijftig jaar geleden was er het begin van deze eeuw nog maar 2% over.
Natuurmonumenten heeft daarom tussen 2009 en 2013 maatregelen getroffen met het zogenaamde stuifzandherstelplan om te voorkomen dat dit unieke natuurgebied in de toekomst zou verdwijnen. In verschillende fasen werd er heide verwijderd of bos gekapt rondom het stuifzandgebied om de wind weer vrij spel te geven. Vanaf de Pagode in de Efteling kun je daardoor nu het zand weer zien liggen. Ook loopt er van de lente tot en met de herfst een schaapsherder met zo’n driehonderd Kempische Heideschapen door het gebied. Door de begrazing blijf het gebied open.
Wat het stuiven van het zand écht inhield, ontdekte ik tijdens een storm in februari van dit jaar. Het KNMI gaf code oranje voor Noord-Brabant en andere delen van het land. Er werden zware windstoten van wel 100 tot 120km per uur voorspelt. Maar terwijl reizigers gevraagd werd thuis te blijven, ging ik naar mijn geliefde duinen toe.
Daar stond dan. Ik mijn eentje, midden op de grote zandvlakte. De wind beukte me bijna omver. Het zand vloog me letterlijk om de oren en knarsde tussen mijn tanden. Ik voelde me een storm-chaser, want het was ge-wel-dig. Ik joelde van blijdschap, het gaf zo’n euforisch gevoel. Ik daagde de wind uit. “Nog harder!” En dat kreeg ik. Eén van mijn contactlenzen waaide zelfs uit mijn oog en de dagen erna zou ik last houden van een geïrriteerd oog door zandkorrels onder mijn ooglid. Maar toen ik daar stond boeide het allemaal niet, want het was zó onvoorstelbaar gaaf. Het zand waaide over de vlakte alsof ik het noorderlicht zag dansen. Die avond reed ik met een grote glimlach (en één oog dichtgeknepen) naar huis.
De volgende ochtend was het er stil. Geen stilte voor de storm, maar stilte ná de storm. Het effect was niet te missen. Ik zag hoe de wind het zand over de hoogste duintoppen had gesmeten. Bomen aan de andere kant waren verder ingestuifd. De bladeren die sinds de herfst onder de bomen had gelegen, lagen verborgen onder een verse lading aangewaaid zand. Voetstappen van wandelaars of paarden waren verdwenen, bandensporen van fietsers of de auto van de boswachter waren niet langer zichtbaar. Ik durfde bijna niet rond te lopen, bang om de prachtige patronen in het zand te verpesten. (En daarmee ook de foto die ik wilde maken.)
Sinds die ene middag fascineert het gebied me nog meer. Het landschap is dynamisch, het zand is in telkens beweging. Ook zonder storm zijn mijn eigen voetstappen binnen een paar dagen weer weg. Als het landschap zichzelf elke keer ‘reset’.
De vele bezoeken aan dit gebied en de talloze kilometers die ik er wandelde, resulteerde uiteindelijk in deze fotoserie. De reactie ik het meest krijg als ik de foto’s laat zien is; ‘Dat dit gewoon Nederland is zeg!’. ‘En zo dichtbij!’. Met deze fotoserie hoop ik dan ook om anderen te inspireren de schoonheid van de natuur dichtbij op te zoeken. Want wie weet heb je zomaar een sahara om de hoek.

